Vitamines en supplementen

Vitamines zijn stoffen, die in zeer kleine hoeveelheden nodig zijn om het lichaam goed te laten functioneren. Het merendeel van de vitamines moeten we via de voeding binnenkrijgen; een beperkt aantal kan het lichaam zelf aanmaken. Vitamines zijn dan ook essentiële stoffen. De naam vitamine komt dan ook voort uit een stof die onmisbaar is voor het leven (vita = leven).

Tekort aan vitamines

Wanneer er een tekort aan één of meer vitamines bestaat, spreken we van een vitaminedeficiëntie. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen primaire en secundaire vitaminedeficiënties. Een primair vitaminetekort komt door een gebrek aan voedsel of door voedsel dat een verkeerde samenstelling heeft. Dit komt regelmatig voor dat men een vitaminetekort oploopt door het volgen van bijzondere afslankdiëten (diëten die gebaseerd zijn op sappen, repen of shakes). Het is dan bijvoorbeeld nodig om te zorgen dat er voldoende B-vitamines, ijzer en essentiële vetzuren gesupplementeerd worden.
Bij een secundair vitaminetekort is er sprake van voldoende vitamineaanbod uit voedsel, maar zijn er andere factoren die opname van vitamines verminderen, remmen of verhinderen. Enkele voorbeelden hiervan zijn: antivitamine (geneesmiddelen die zorgen dat een vitamine niet meer een bestanddeel van een enzym kan zijn), antagonisten (stoffen met een tegengestelde werking hebben aan die van vitamines), antibiotica, laxeermiddelen, anticonceptiva, eetlustremmende middelen die langdurig worden gebruikt.

Teveel aan vitamines

Het tegenovergestelde kan ook gebeuren, een teveel aan vitamines. Dit wordt hypervitaminose genoemd. Dit gebeurd zelden door een overmatige inname van vitaminerijke voedingsmiddelen, maar wordt meestal veroorzaakt door het overmatig gebruik van één of meer vitaminesupplementen.
Functies en eigenschappen van vitamines
Van verschillende vitamines, met name A,D, E en K, is niet exact bekend welke invloed ze hebben op de stofwisselingsprocessen. Wel zijn van deze vitamines andere functies bekend. Van andere vitamines, bijvoorbeeld de B-vitamines, weet men dat ze bestanddelen vormen van enzymen en daarbij een sleutelpositie innemen. Ze versnellen de chemische reacties bij de stofwisseling van koolhydraten, eiwitten en vetten en zijn behulpzaam bij de opbouw van lichaamseigen eiwit en bij de uitscheiding van stofwisselingsproducten. Vitamines hebben een aantal eigenschappen gemeen. Vaak zijn ze gevoelig voor licht en zuurstof. Dit betekent dat het vitaminegehalte in voedingsmiddelen kan dalen wanneer het voedingsmiddel wordt blootgesteld aan licht en lucht. Sommige vitamines zijn bestand tegen verhitting, andere weer niet. Bij koken kunnen vitaminegehaltes dus ook dalen. Op verpakkingen van vitaminesupplementen zul je dan ook vaak kunnen lezen: donker, koel en goed afgesloten bewaren. Met deze maatregelen wordt de houdbaarheid van de supplementen verlengd.

Soorten vitamines

We onderscheiden twee groepen vitamines:
1.De in vet oplosbare vitamines: A, D, E en K
2.De in water oplosbare vitamines: Dit zijn alle overige vitamines zoals de B-vitamines en vitamine C
Dit onderscheid is van belang bij het samenstellen van een dieet. Zo is een extreem vetarme voeding met het oog op de in vet oplosbare vitamines ongewenst. Dit is een bekend probleem bij mensen die willen afvallen en zo veel mogelijk vet uit de voeding halen. Ook bij overmatig vitaminegebruik is dit onderscheid belangrijk. De in water oplosbare vitamines die in een te hoge concentratie in het lichaam aanwezig zijn, verdwijnen gewoon via de urine uit het lichaam. De in vet oplosbare vitamines worden in de weefsels opgeslagen en kan bij langdurig gebruik van zeer hoge doseringen een giftige werking hebben.

Mineralen

Mineralen zijn stoffen die voorkomen in de aardbodem en in plantaardige en dierlijke producten. Het zijn bouwstoffen van het menselijk lichaam. Het lichaam kan zelf geen mineralen vormen; we moeten ze via de voeding binnenkrijgen. Ook zijn mineralen onmisbaar voor het functioneren van het lichaam. We kunnen ze niet zelf maken en hebben ze maar in hele kleine hoeveelheden nodig. Bij krachtsport wordt er vaan geconstateerd dat sporters een tekort hebben aan deze mineralen. Sporters kunnen mineralen dan in de vorm van een supplement nemen. De meest bekende mineralen zijn: calcium (opbouw en onderhoud van het skelet) , jodium (schildklier), kalium (speelt een rol in de water- en zouthuishouding), natrium (speelt ook een rol in de water- en zouthuishouding en het doorgeven van prikkels door de zenuwen), ijzer (onderdeel van de rode kleurstof in het bloed, genaamd hemoglobine).

Supplementen

Een sporter heeft meer vitamines en mineralen nodig dan iemand die niet sport. Hierdoor worden vaak supplementen als toevoeging bij een dieet gebruikt om voldoende mineralen en vitamines binnen te krijgen. Bij een tekort aan mineralen en vitamines zullen de prestaties achteruit gaan en worden resultaten minder snel bereikt. De meest bekende vitamine en mineralen supplementen zijn: een multivitamine, calcium en vitamine C.